Marloes Hospes (1971, pseudoniem) noemt zich ervaringsdeskundige m.b.t. de inhoud van dit boek. Zij heeft een praktijk in alternatieve geneeswijzen.
Er is relatief weinig geschreven over de last en dilemma’s die volwassenen kunnen ervaren in het contact met hun ouders. Terwijl het juist zo’n relevant onderwerp is. De problemen die volwassen mensen kunnen hebben in de interactie met anderen, zijn tenslotte doorgaans in het bijzonder aan de orde in de interactie met hun eigen ouders. In het boek komen allerlei problemen, moeilijke dilemma’s, keuzes en ontknopingen ter sprake, die kunnen spelen in het contact tussen volwassenen en hun ouders. Aan de hand van reële levensbeschrijvingen wordt zichtbaar hoe pijnlijk en ontwrichtend interacties tussen hen kunnen zijn. In het boek wordt ook enige uitleg gegeven over problematische psychologische processen, zoals parentificatie en symbiotische relaties. Verder wordt ook besproken hoe ongezonde patronen in het contact met je ouders kunnen worden doorbroken. Onder meer komt het belang van contact met jezelf in het contact met je ouders naar voren. Het boek behandelt kortom tot op zekere hoogte de mogelijkheid om in het contact met je ouders meer vrijheid te ontwikkelen.
Dit boek kan daarom interessant zijn voor wie worstelt met het contact met zijn ouders. Zo vertelde eens een cliënt me dat het boek haar steun bood bij haar twijfel of het niet eenvoudig allemaal aan haarzelf lag, dat ze zo’n last ervoer in het contact met haar moeder.
Maar wat is het jammer dat gekozen is voor de titel ‘breken met je ouders’! Deze titel suggereert dat het boek gaat over het verbreken van contact met je ouders en dat dat iets positiefs zou zijn. Vermoedelijk zullen niet weinig mensen die er wat aan hadden kunnen hebben, door de titel het boek ongelezen laten. Het belang van dit boek schuilt wat mij betreft niet in de gedachte dat je altijd nog het contact met je ouders kan verbreken. Vorm te geven aan het contact met een ander is een kunst, met name wanneer dat contact problematisch is. In het algemeen heb ik niet de indruk dat het werkelijk helpt om contact met een ander te verbreken, en al helemaal niet met je ouders. Daar is niemand bij gebaat, in de eerste plaats niet jijzelf.
Hieronder volgen enkele fragmenten uit het boek.
Uit een lijst van patronen in het contact met hun ouders, die mensen zich op een gegeven moment bewust kunnen worden (pagina 17 e.v.):
- Mijn ouders’ wil was en is nog steeds de wet.
- Mijn ouders bemoeien zich met ieder aspect van mijn leven, ook al ben ik volwassen.
- Mijn kwaadheid wordt afgedaan als onzin.
- Mijn ouders bemoeien zich op een vervelende manier met mijn partnerkeuze.
- Als er ruzies zijn tussen mijn ouders, dan moet ik bemiddelen.
- Mijn ouders verwachten alle aandacht van mij te krijgen en anders worden ze boos.
- Mijn ouders noemen me vaak egoistisch als ik geen tijd voor hen heb.
- Als ik mijn ouders gezien heb of door de telefoon met hen gepraat heb, voel ik me kwaad en uitgeput.
Eén van de levensverhalen die in het boek verteld worden:
“Ons gezin leek aan de buitenkant heel normaal: ik en een jonger broertje, mijn moeder en een stiefvader. Mijn echte vader overleed toen ik 5 jaar was en mijn broertje 3. (…) Toen ik 9 was en met mijn moeder en broertje in de stad was, kwam mijn moeder in gesprek met een meneer. (…) Die man, laat ik hem Ed noemen, kwam daarna regelmatig over de vloer en na een jaar zijn ze getrouwd. (…) Voor mij had hij wat minder aandacht in het begin, maar dat begon te veranderen toen ik ongeveer 12 was en borstgroei kreeg. Hij vroeg me regelmatig als we alleen waren of hij mijn borsten mocht zien. (…) Toen ik 13 was ging het echter van kwaad tot erger. Mijn moeder ging een paar keer per jaar een weekend weg naar haar moeder, die tweehonderd kilometer verderop woonde. Wij bleven dan alleen met Ed. (…) Maar algauw was het zelfs zo dat hij bij mij in bed kroop. Het begon met strelen en dat voelde heel naar voor mij. Een echte verkrachting heb ik niet meegemaakt, maar dit was al erg genoeg voor een jong meisje. (…) Al dagen van tevoren had ik last van buikpijn en hoofdpijn en ik wendde allerlei ziektes voor om ervoor te zorgen dat mijn moeder niet weg zou gaan. Ook probeerde ik te regelen dat ik dat weekend naar een vriendin zou kunnen om daar te logeren, maar dat vond Ed geen goed idee dus dat ging niet door. Mijn moeder begon zich langzamerhand af te vragen waarom ik, haar dochter van 14 jaar oud, steeds zo moest huilen als ze wegging. Op een dag nam ze me apart. Ed was naar zijn werk en we hebben de hele middag gepraat. (…) Hij ontkende natuurlijk alles, maar gelukkig geloofde ze mij. (…) Ik had verwacht dat mijn moeder hem de deur zou wijzen en een scheiding zou aanvragen, want dan zouden we rust hebben van Ed. Tot mijn grote verbijstering gebeurde dat niet. Ed beloofde in therapie te gaan met haar en ze bezochten een paar keer een relatietherapeut. Ik weet niet eens of daar wel over het misbruik gepraat is of dat het voornamelijk over hun eigen relatie ging. Er werd amper gepraat in huis; ik had het gevoel dat ik doodgezwegen werd. (…) Ik voelde dat mijn moeder mij onbewust dingen kwalijk nam. Het was alsof ik verantwoordelijk werd gehouden voor de relatieproblemen tussen haar en Ed. Deze tijd was haast nog vreselijker voor mij dan de tijd van het misbruik, want nu had ik ook mijn moeder verloren. Hoewel Ed me nooit meer heeft misbruikt, heb ik me nooit meer veilig gevoeld in huis. (…) Op mijn zestiende was de sfeer thuis al zo lang verziekt dat ik het huis uit ben gegaan. (…) Op mijn dertigste ben ik getrouwd en we kregen twee kinderen. (…) Met angst en beven ben ik aan het gesprek met mijn moeder begonnen. Na jarenlang alleen over oppervlakkige dingen te hebben gepraat was dit wel iets heel anders, en met bevende handen begon ik haar vragen te stellen. Ze had niet veel zin om hierover te praten, maar na veel aandringen van mij zei ze dat ze bij Ed gebleven was omdat ze wist dat hij het nooit meer zou doen als zij thuis zou blijven ‘s nachts. (…) Ik vroeg ook of ze het in de relatietherapie ooit nog gehad hadden over wat hij met mij gedaan had. Nee, zei ze, het ging alleen over hoe ze hun relatie in stand konden houden. (…) Toch bekijk ik het nu alsof zij mij in de steek heeft gelaten in plaats van andersom, want zo voelt het voor mij.”